User:Fransmatser/sandbox
Cite error: There are <ref>
tags on this page without content in them (see the help page).SS Alnwick Castle
Achtergrond De SS (Steam Ship) Alnwick Castle was de naam van een Engels koopvaardij schip. De Anwick Castle was een stoomschip voor vracht en passagiersvervoer. Het schip is te water gelaten in 1901 en gebouwd door William Beardmore & Co in de 19e eeuw een grote Engelse scheepswerf. Het schip was gebouwd in opdracht van de Union Castle Line. Het bijzondere was dat (bijna) alle schepen van deze scheepvaartmaatschappij het achtervoegsel 'Castle' hadden. Deels waren deze schepen naar bestaande Engelse kastelen genoemd zoals Winsor Castle en Alnwick Castle. Alnwick is het kasteel van de hertog van Northumberland. Het is meer recent vooral bekend geworden omdat hier de films van Harry Potter zijn opgenomen. Deels waren de namen ook gewoon geografisch plaatsen waar de naam Castle achter was gezet. Het waren veelal namen van Engelse steden (Dover Castle, Edinburgh Castle etc.) of Zuid-Afrikaanse steden (Bloemfontijn Castle, Pretoria Castle, Capetown Castle, Transvaal Castle etc.) dit omdat de Castle Line (thuishaven Southampton) vooral veel op (Zuid) Afrika voer.
Scheepsramp Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) onderhield de Alnwick Castle een lijndienst op Kaapstad. Op 1 februari 1917 riepen de Duitsers de onbeperkte Duikbootoorlog uit. Dit wilde zoveel zeggen dat niet alleen oorlogsschepen, maar elk schip (ook onbewapende koopvaardij schepen) door onderzeeboten kon worden aangevallen. De Alnwick Castle verliet op 15 maart 1917, onder commando van kapitein Benjamin Chave, de haven van Cardiff op weg naar Kaapstad. Aan boord van het schip waren 100 bemanningsleden en 14 passagiers. In de nacht van 18 maart pikte de Alnwick Castle op zo’n 320 zeemijlen uit de Ierse kust een noodsignaal op van het Engelse handelsschip Trevose dat de door de Duitse U-boot U81 [[1]] was getorpedeerd. De bemanning van de Alnwick Castle slaagde er, in het holst van de nacht in om, ondanks zware zee, 25 drenkelingen uit de ijskoude oceaan op te pikken. Daarna vervolgde het schip zijn zuid westelijke koers. Enkele uren later, om zes uur in de morgen van 19 maart 1917, was de Alnwick Castle zelf aan de beurt.
“...the look-out on the upper crow's nest reported the approach of a torpedo on the port bow. The Chief Officer saw it coming at right angles to the ship's course. He gave the order 'hard a-starboard' and rang 'full astern' to both engines. But before the ship had swung the torpedo had struck her, the explosion throwing up a high column of water and debris on the Bridge and blowing up hatches and beams of No. 2 hatch. The ship was rapidly sinking by the head, so Captain Chave ordered that she should be abandoned. He sent out a wireless S.O.S. signal, but there was no response to it. The 139 occupants of the ship all got safely into the seven lifeboats, which were pulled to a safe distance, and there they waited to see the end of the Alnwick Castle. Then the German submarine quietly rose to the surface, and remained there silent and sinister until the end came; her crew gazing with callous eyes on the human beings whom they were leaving, exposed in open boats, far out in the Atlantic, in the stormiest season of the year. In about ten minutes the Alnwick Castle plunged down bow first; her whistle gave one last blast, there was a smothered roar, a cloud of debris rose in the air, and she was gone.” (Ooggetuige verslag uit The Union Castle and the War 1914-1919 door E.F. Knight).
Ook dit was het werk van de U-81 onder leiding van Oberleutnant zur See Raimund[Weisbach]. Enkele personeelsleden van de Alnwick Castle die in de buurt waren van de exploderende torpedo zijn direct omgekomen. De bemanning van de Alnwick Castle was in staat geweest zes sloepen te strijken. De meeste bemanningsleden en passagiers wisten aan boord van deze sloepen te gaan. Ze dobberden daarna over de in deze tijd van het jaar ijskoude en stormachtige Atlantische Oceaan. Aan boord proviand voor slechts enkele dagen. Menigeen bezweken in de daaropvolgende dagen aan ondervoeding en uitputting. Vrijwel alle mensen kregen te maken met bevriezingen van vingers en tenen. Een aantal schipbreukeling werd gek van dorst en sprong over boord. Sommige sloepen kapseisden door de golven, waarna de drenkelingen in het ijskoude water vrijwel direct bezweken. Een sloep onder leiding van kapitein Chave had geluk en werd na vijf dagen opgepikt door het Franse koopvaardijschip Venezia. De sloep onder leiding van de eerste stuurman bereikten zeilen en roeiend de kust van Noord Spanje, waar ze in het kleine havenplaatsje Cabo Ortegal aan land wisten te gaan. De dorpsbewoners moesten iedereen uit de sloepen tillen, want niemand kon meer op eigen kracht staan. Ze hadden in 9 dagen, op open zee, meer dan 800 mijl afgelegd. Vrijwel zonder voedsel en in open boten zeilend door stormachtig weer. Een aantal inzittende was inmiddels door de ontberingen en vooral dorst waanzinnig geworden. Van veel overlevenden moesten de vingers en tenen, die bevroren waren geweest, geamputeerd worden. Tientallen schipbreukelingen bleven levenslang lichamelijk of geestelijk verminkt en 40 van de 139 personen overleefden de schipbreuk niet. Een daarvan was de enige Nederlander die aan boord was, de 26 jarige stoker (Eng: Fireman) Gerrit Matser. Gerrit liet in Nederland een vrouw (in verwachting) en twee kinderen achter. Kapitein Chave stierf in 1953 en kapitein Raimund Weisbach in 1970.